Wachten … tot het weer gebeurde

Ik ben vanaf mijn vijfde tot mijn zevende of achtste gepest. Ze hebben me geschopt, geslagen, vastgebonden en alleen gelaten. Het ergste vond ik het als ze deden dat we vriendinnetjes waren. Ik geloofde dat, want dat wou ik zo graag. Maar als ik eraan terug denk, deed dat veel meer pijn dan schoppen of slaan.

Verhaal van Emily (17 jaar)


Mijn achtergrond
Ik ben enig kind van mijn ouders. Zij zijn uit elkaar gegaan toen ik drie jaar was. Ik heb begrepen dat dit is gebeurd omdat mijn vader drugs gebruikte, vreemd ging en af en toe gek was in zijn hoofd. Mijn vader heeft mijn moeder geslagen, binnengehouden en over haar gelogen tegen zijn ouders. Die kwamen toen weer verhaal halen bij mijn moeder en bedreigden haar. Met mijn vader en zijn familie heb ik heel lang geen contact gehad. Ik mocht eerst wel bij mijn opa en oma (zijn ouders) op bezoek, en als ik bij hen was dan lieten ze me ook naar mijn vader gaan. Maar later mocht ik van mijn moeder niet meer naar opa en oma. Toen ik op de middelbare school zat, heb ik via app en mobiel weer contact met hem gezocht, want hij blijft tenslotte mijn vader. En na zo’n lange tijd, dacht / hoopte ik: misschien is hij wel veranderd. En wat ook meespeelde, was dat ik mijn familie wilde leren kennen.

Mijn vader was onverwachts op mijn diploma-uitreiking. Ik wist dat niet. Hij kwam me bekend voor, maar ik herkende hem niet als mijn vader want ik had hem meer dan tien jaar niet gezien. Hij herkende mij wel omdat ik heel erg op mijn moeder lijk. Die was heel boos omdat ze dacht dat ik dit geregeld had. Maar dat was niet zo. Dankzij mijn buurvrouw werd ze wat rustiger en heeft ze ook nog even met hem gepraat. Daar is het bij gebleven.

Mijn moeder is heel beschermend. Zij ziet overal gevaar. Ik mag niet veel. Niet naar een plaatselijke feestdag, niet naar de disco. Ze is bang dat andere mensen me lastigvallen. Ik leg me er altijd maar bij neer omdat ik het haar niet moeilijker wil maken en ik blijf dan thuis. Ik wil op mijn manier voor haar zorgen. Mijn moeder heeft veel problemen als ze bijvoorbeeld weer eens een nieuwe vriend heeft. Die gebruikt haar dan weer. Ze praat daar steeds over en gaat dan meestal huilen. Ik kan daar niet tegen en heb haar al vaak gezegd dat ik haar dochter ben en niet haar vriendin. Ik vind dat ze hulp moet zoeken maar dat wil ze niet. Ze zegt dat ze niet gek is. Meestal ga ik dan maar naar boven, naar mijn kamer. Mijn moeder is ook mijn steun en toeverlaat, degene bij wie ik met alles terechtkan.

Als ik 18 jaar ben, wil ik wel contact met mijn vader. Mijn moeder wil dit liever niet omdat ze bang is dat ik wegga. Ik wacht tot mijn achttiende omdat er dan geen problemen meer met de voogdij ontstaan en dan kan mijn moeder me niet meer tegenhouden.

Gepest op de basisschool
Ik ben vanaf mijn vijfde tot mijn zevende of achtste gepest. Ze hebben me geschopt, geslagen, vastgebonden en alleen gelaten. Het ergste vond ik het als ze deden dat we vriendinnetjes waren. Ik geloofde dat, want dat wou ik zo graag. Maar als ik eraan terug denk, deed dat veel meer pijn dan schoppen of slaan. Het leek wel of mijn hart eruit getrokken werd. Die keer dat ze me vastgebonden hebben, speelden we een spel ‘agentje en boef’. Ik was de boef. Ze hebben me toen aan een hek achter de school vastgebonden met een springtouw en me daar achtergelaten. Toen de bel ging, renden ze naar binnen. Ik kon geen kant op. Ik heb daar zeker een uur gezeten; het was een warme dag en toch had ik het koud. Kennelijk heeft niemand mij gemist. Ik ben ‘bevrijd’ door leerlingen uit groep acht. Zij waren eerder uit en hoorden mij huilen. Ze hebben me losgemaakt en getroost. Ze zijn met me naar een leraar gegaan, maar die heeft er niets aan gedaan.

De volgende dag ging ik weer gewoon naar school. Ik moest wel. Het voelde als lopen over hete stenen. Ik deed alsof er niets gebeurd was. En ik wachtte tot het weer gebeurde …

Mijn redding was een verhuizing. Ik kwam op een andere school. Ergens had ik het besluit genomen dat ik niet meer gepest zou worden en toch wachtte ik erop. Maar er gebeurde niets en ze vroegen of ik mee wilde doen met een spel. Ik heb - zoveel jaren later – nog veel last van het pesten van toen. Ik heb last van flashbacks. En nu nog moet ik er om huilen, maar ik praat er bijna nooit over. Dit is de derde keer. Omdat ik bang was dat de problemen nog groter zouden worden als mijn moeder er iets aan zou doen, bijvoorbeeld naar school gaan, heb ik het nooit aan haar verteld.

De basisschool heb ik gewoon afgemaakt en de laatste jaren waren best leuk. Daarna ging ik naar het VMBO. Hier was de lesstof moeilijker en je moest lopen van het ene naar het andere lokaal. Verder veranderde er niet zoveel voor mij. Gelukkig gingen er nog twee klasgenoten van mijn basisschool naar die school.

Vanaf mijn negende heb ik trainingen gevolgd. Daardoor ben ik sterker geworden. Eerst volgde ik een training zelfverdediging en daar leerde ik karatetruckjes. Ook heb ik een paar keer de training ‘Rots en Water’ gevolgd. In de eerste training leerde ik vooral hoe ik stevig moest staan. Daarna hoe ik goed moest ademen en tenslotte wat ik uitstraal en hoe ik loop.

Deze maand ben ik weer opgegeven voor een training, omdat mijn docent mij te ‘waterig’ vindt. Ik wil wel meedoen, want ik kan er altijd van leren.

In de loop van de jaren bouwde ik een muur op. Die heb ik nu vervangen door een schild. Dat voelt beter beschermd omdat een schild flexibel is, maar ik ben er nog lang niet. Ik heb nog teveel last van het pesten van toen. Daarom heb ik misschien wel professionele hulp nodig, maar ik hoef niet zozeer meer met die kinderen van toen te praten. Ze weten vast niet meer wat ze hebben gedaan en hoeveel last ik daar van heb. Ik heb wel weer contact met een klasgenoot van toen. We hebben dezelfde bijbaan. Eerst schrok ik heel erg toen ik haar zag. Later heb ik een praatje met haar gemaakt en toen was alles best wel normaal. Daar kreeg ik een heel blij gevoel over. Ik vind het niet nodig om haar te confronteren, want zo is het goed.

Mijn school en mijn toekomst
Ik zit nu op de opleiding voor onderwijsassistent. Wanneer ik als onderwijsassistent zou werken, zou ik wel goed op kinderen letten en vooral op het plein, om te zorgen dat zij niet gepest worden. Ik wil graag docent Engels worden want ik vind dat een mooie taal en ik spreek het gemakkelijk. Deze opleiding is de opstap daarvoor. Waarom docent? Ik wil graag werken met kinderen. Ik wil ze iets meegeven voor hun toekomst.

Mijn boodschap
Zolang je doorgaat met vechten, (over)leef je!

Geef je reactie!

Je reactie is niet openbaar en we delen niets op social media.

Op het internet

  • Pesten.nl


    Informatie, verhalen, waar kun je terecht? Alles over pesten.


    Pesten.nl


    Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit. Aenean commodo ligula eget dolor. Aenean massa.


    Naam van persoon
    Naam van persoon

    Website Bel
  • Depressie

  • Relaties

  • Geld

  • Gezin

  • Justitie

  • Pesten

  • School

  • Seksualiteit

  • Verslaving

  • Vriendschap

  • Beperking

Nieuwsbrief

Invalid Input
Invalid Input
Invalid Input