Mijn achtergrond
Ik woon samen met mijn ouders en de hond, een jack russell. Ik ben hun enige kind. Mijn halfbroer en halfzus van 28 en 35 jaar hebben een andere vader en wonen niet meer thuis.
Mijn ouders doen eigenlijk alles voor mij. Ik kan bij ze terecht voor gezellige dingen en voor persoonlijke kwesties en ze staan altijd voor me klaar. Het zijn eigenlijk de beste vrienden, de beste mensen die ik ooit heb gekend. Ik raak altijd vrienden kwijt, maar mijn ouders zal ik nooit kwijt raken.
Met mijn broer en zus heb ik niet zoveel contact. Ik heb daar ook niet zoveel behoefte aan. Het heeft ook niet zoveel zin eigenlijk omdat ze andere interesses hebben. Ze zijn meer bezig met feesten en vissen en zo.
PDD-NOS
In groep 8 is er geconstateerd dat ik ADHD had. Samen met mijn moeder ben ik naar het ziekenhuis gegaan en daar moest ik een vragenlijst met 20 vragen invullen. De uitslag was ADHD en dit was in 1 minuut bepaald. Daarna heb ik 5 jaar rondgelopen met de gedachte dat ik ADHD had.
Pas toen ik op het MBO zat, kwamen ze erachter dat het iets anders was, namelijk PDD-NOS. Dit is een stoornis in het autismespectrum. Ik ben onderzocht omdat ik een bepaalde tik had. Als er iets op mijn kamer niet recht lag, kon ik nergens anders aan denken dan dat het recht moest liggen. Mijn ouders zeiden: “Je hebt echt iets anders dan ADHD.” Door een mevrouw uit Papendrecht ben ik onderzocht. Ik heb daar een test gedaan en de conclusie was dat ik PDD-NOS heb. Deze test was wel professioneel. Nu krijg ik hulp van haar en dat werkt goed.
Ik merk dat ik PDD-NOS heb omdat ik mezelf soms verspreek. Dan zeg ik iets anders dan ik wil zeggen. Ook heb ik concentratieproblemen. Het klopt dat mensen met autisme meer op zichzelf zijn want dat is heel duidelijk bij mij het geval.
Na het onderzoek zijn de tics en het verspreken afgenomen. Ik ben gaan accepteren dat ik PDD-NOS heb en leer er mee leven.
Gepest
Op de basisschool en op het VMBO ben ik heel veel gepest. Ik denk dat dat kwam omdat ik altijd mijn eigen weg ga. Ik denk niet: dit is goed of dit is niet goed, ik doe gewoon mijn eigen ding. Free-spirit noem ik dat. Op het VMBO was ik een Pokemonfan en dat was niet cool. Ik houd ook niet echt van een bepaalde voetbalclub, ik hou gewoon van voetbal. Ik ben bijvoorbeeld ook gek op Japan en de natuur, dus dan hoor je er automatisch niet meer bij. Ik zoek geen mensen op. Ik heb een hekel aan samenwerken en ik doe het liefst alles alleen. Samenwerken vind ik lastig omdat iedereen andere ideeën heeft en ik heb gewoon heel duidelijk mijn eigen idee. Ik denk dat dit door mijn autisme komt.
Het pesten gebeurde meer mentaal dan fysiek. Medeleerlingen scholden mij uit en kleineerden mij.
Op een gegeven moment waren twee hele klassen mij aan het pesten. Ik wist op het laatst niet meer hoe ik moest reageren. Ook al zeiden de pestkoppen iets aardigs, ik zei dan toch gewoon: “Houd je bek.” Mijn ouders wisten wel van het pesten en mijn vader is ook twee keer op school geweest om met de docenten te praten. Dat hielp dan voor een week maar daarna ging het gewoon weer verder.
Ook een docent deed mee met het pesten. Ik weet nog goed dat iedereen moest werken in een map. Hij zag hoe lelijk ik schreef, pakte mijn map en hield deze omhoog voor de hele klas. Toen zei hij heel hard: “Ja zo moet je het dus niet doen.” Op dat moment wist ik me geen raad. Ik wilde naar huis rennen en gewoon nooit meer terugkomen en ik wilde hem echt neerslaan. Zelfs de pestkoppen kwamen op dat moment voor mij op. Ik ben nog steeds zo boos op die man. Toen wist hij niet dat ik autisme heb, maar dat hoorde hij gewoon niet te doen want iedereen heeft wel iets waar hij niet goed in is.
Toen ik van het VMBO kwam, was ik emotioneel helemaal kapot. Op het MBO heb ik besloten om voor de zekerheid bij de coole jongens te gaat zitten en het zelfde te doen als zij, bijvoorbeeld een grote mond geven aan docenten. Later zag ik pas in dat het niet zo werkt.
Deze vriendengroep op het MBO, was de eerste groep waar ik bij hoorde. In het begin was het heel gezellig en gingen we kaarten in de pauze. Later werd het steeds minder leuk, want we deden domme dingen. Ik nam vaak de schuld op mij van dingen die ik niet gedaan had en hierdoor kwam ik dan in de problemen. Deze jongens snapten niet wat het inhoudt om autistisch te zijn. Ik moest mij anders voordoen dan ik ben. Daarom ben ik ook niet graag in een vriendengroep. Het is beter voor mij om alleen te zijn. Gelukkig heb ik wel nieuwe mensen ontmoet via een computerspel. Dit zijn mensen waar ik mezelf bij kan zijn. Ze weten dat ik autisme heb maar ze accepteren mij gewoon zoals ik ben.
Mijn toekomst
Vanaf januari ga ik de opleiding ICT op niveau 3 doen. Ik ga stage lopen in een computerzaak bij ons in de buurt. Ik kies er voor om door te gaan met school ondanks dat ik het een beetje zat ben om altijd in het lokaal te zitten en heel erg goed op te letten, want dat is allemaal zo lastig voor mij. Ik vind het leuker om in de praktijk te werken.
Mijn droom is om fotograaf te worden. Ik wil dan de wereld verkennen en foto’s maken op Hawaii of in Japan. Dit wil ik omdat ik vanwege mijn autisme beter alleen kan werken. Met veel collega’s samen werken lukt mij gewoon niet.
Voorlopig wil ik nog geen kinderen. Zover ik nu weet, ben ik hetero seksueel. Ik heb ook een fase gehad dat ik dacht dat ik biseksueel was. Daar ben ik een tijd erg mee bezig geweest maar voor mij maakt het niet uit of ik mannen of vrouwen leuk vind. Toen ik dit tegen andere mensen zei, werd ik niet anders behandeld en daar ben ik heel erg blij mee.
Mijn boodschap
Je moet niet bang zijn om een andere mening te hebben. Je hoeft je niet voor anderen te veranderen. Je bent namelijk jezelf.