Dansen met de dood

Triggerwarning: in dit stuk wordt onverbloemd gepraat over de dood en zelfmoordgevoelens. Worstel jij hier ook weleens mee en weet je niet met wie je hierover moet praten? Op www.113.nl zijn mensen die naar je kunnen luisteren. Je bent niet alleen.

Het is inmiddels een ruime vijf jaar geleden dat ik voor het laatst wakker werd en dacht: fuck. Wéér mislukt. Het was de laatste poging in een vrij lange rij, die ooit op mijn twaalfde begon. Die eerste poging was bijna aandoenlijk naïef. Maar er is niets aandoenlijks aan een twaalfjarige die uit het leven wil stappen. De pogingen in de jaren die volgden, werden beter (voor zover je bij zoiets in gradaties van goed kunt spreken) en het is een combinatie van mazzel en omstandigheden dat ik hier nog rondloop.

Verhaal van Marloes


Het voltrok zich altijd volgens hetzelfde patroon. Mijn doodswens sluimerde in mijn brein. Ook als het goed met me ging, zat ze daar. Ze had er haar eigen hoekje ingericht. Na een tijdje rekte ze zich geeuwend uit en begon rond te lopen. Te laten merken dat ze er nog was. Dat ze nog steeds kon schreeuwen. De neigingen werden sterker, de plannen concreter. Dat is het moment dat ik een poging deed.

Een tijdje was ik dan neergeslagen door mijn mislukte poging. Waarom krijg ik zelfs dit niet voor elkaar? Mensen gaan elke dag dood en mij lukt het niet? Wat een loser. Vervolgens krabbelde ik stukje bij beetje weer omhoog, pakte mijn leven weer op. Mijn doodswens was weer in slaap verzonken, af en toe woelend of hard snurkend om me eraan te herinneren dat ze nog was. En dan begon het circus weer van voor af aan.

Misschien lees je dit en denk je nu “waarom heeft niemand je ooit tegengehouden, Marloes?”. Dat heeft een heel simpele verklaring, mensen. Niemand wist ervan.

“Ik kan gemist worden”
Die laatste poging, vijf jaar geleden, is niet de laatste keer dat ik heel dicht bij een poging was. Twee jaar geleden was ik onder behandeling bij de GGZ, omdat ik depressief was. Ik had mijn studie tijdelijk op pauze gezet, om me op therapie te kunnen richten. Aan de ene kant is dat een goed plan. Aan de andere kant zorgde het dat mijn ultieme (ongezonde) coping, keihard werken, niet meer kon. Want ik had niks meer te doen. Dus ik werd almaar depressiever en depressiever. Flatgebouwen en bomen en het klosje touw in de schuur, dat waren geen voorwerpen meer. Het waren kansen en mogelijkheden.

Ik dacht, dit is het dan. Het is inderdaad voor iedereen het beste dat ik me nu terugtrek. Ze zullen het afschuwelijk vinden, maar ze komen er wel weer overheen. Ik kan gemakkelijk gemist worden. Een deel van me wilde er wel over praten, maar ik had geen idee hoe ik dat moest doen. Voor hetzelfde geld zou degene tegen wie ik het vertelde, reageren met ‘Ja, ik snap het eigenlijk wel, je bent ook een nutteloos mens. Hier heb je een fles bleekmiddel, succes.’

En toen had ik een heel lieve behandelaar, die me op de man af vroeg of ik suïcidaal was. Mijn mond kon liegen, maar mijn gezicht niet. Toen vroeg hij door. Wat ik dacht, wat ik voelde, hoe concreet was het. Wist ik al hoe het ging doen? Had ik al afscheidsbrieven geschreven? Had ik misschien zelfs al wel een datum? Ja, ja, ja. Ik zag de bezorgdheid op zijn gezicht en we besloten samen dat dit zo niet kon. Ik ging op suicide watch bij mijn moeder en een paar dagen later werd ik opgenomen.

Tegen de wens in
Die opname heeft alles veranderd. Ik heb er veel geleerd, gevoeld en ervaren, maar vooral: het was de eerste keer dat ik tegen mijn wens in koos, en voor het leven. Ik wilde helemaal niet leven, maar ik koos toch. En dat kwam omdat er iemand met me over praatte. Hij liet zich niet afschrikken door de onweersbuien die diep in mijn ogen besloten lagen, maar hij vroeg door. En de psychiater die me opnam deed dat ook. Ze spraken erover. En ik haalde diep adem en praatte terug.

Ook erna. Ik sprak er met mijn beste vriendin over, wat tot een goed gesprek en een paar heerlijke harde grappen leidde (die zwarte humor ga ik nooit afleren jongens, sorry). Ik was er open over tegen mijn moeder, en haar reactie helpt me tot op de dag van vandaag om het niet te doen. Want het is niet dat ik nooit meer suïcidaal ben. Ze sluimert nog steeds in haar hoekje van mijn hersenpan. Maar ze blijft daar nu. Zelfs als ik door zware tijden ga, wat momenteel even het geval is, komt ze niet verder dan een beetje rellen. Want ik praat erover. Het kan me al helpen om het even hardop te zeggen: ‘Mam, ik weet dat het niet fijn voor je is om dit te horen, maar ik wil nu zó graag dood.’ en dan zegt mijn moeder ‘Dat snap ik, maar ik hoop toch dat je het niet doet want ik zou je vreselijk missen.’ En dat helpt mij.

‘Take a minute, change a life’
Het is vandaag Worldwide Suïcide Prevention Day, en het thema is ‘Take a minute, change a life’. Meer is het soms inderdaad echt niet. Stel die vraag, ook al maakt het antwoord je bang. Let op de mensen om je heen. Het is niet jouw verantwoordelijkheid om te zorgen dat iemand niet zover komt, maar je hebt geen idee wat je in iemands leven kunt veranderen door te praten. Of je nou een behandelaar, een moeder, een leraar, een neef, een goede vriend of wie dan ook bent. Ik blijf dat in ieder geval doen.

Door te praten, heb ik geen pogingen meer gedaan. Vijf jaar lang geen poging. Dat is de langste periode sinds mijn twaalfde, en ik ben van plan om dat nog veel langer te maken. Want doodgaan is een permanente oplossing voor mijn tijdelijke probleem.

Ik zal de wens altijd begrijpen, maar hoop hem zelf nooit te vervullen.


 

Bron: www.dsmmeisjes.nl


 

‘Lieve dsmmeisjes (m/v/x/…),

We zijn zo. Zo geboren. Zo gegroeid. En we leven er verdomme wel mee. Psychisch uitgedaagd. Onderdeel van de DSM-V. Elke dag een nieuwe en vaak onzichtbare strijd.

We praten er niet over of juist heel veel. We zoeken een uitweg of we vechten ons suf. We verliezen ons in werk, worden verliefd op de psychiater of zoeken ons heil in mindfulness.

We zijn wat we zijn. Daar kan de wereld zijn schouders over ophalen, publiekelijk of anoniem over generaliseren (‘date nooit een borderliner!’), antidepressiva voor in onze mik stouwen of zeggen dat we ons er maar overheen moeten zetten.

Maar dit is wat het is, we doen het er mee, allemaal op onze eigen manier. We willen een einde aan het stigma. Maar ook zijn we, van psychopaat tot sociaal angstige, zoveel meer dan dat etiket dat het psychiatrisch handboek op ons plakt. Eerst mens, dan pas onze diagnose. En mens, wat ben je mooi. In je val en je opstaan, in je woede en je vlucht.

Hier is iedereen welkom. Rationeel of gevoelsmens, in het diepste dal of in de kalmte na de storm.

Laten we met elkaar omarmen dat afwijken van de norm niet gek is en dat je er gewoon, zonder teveel gedoe, open over mag zijn. Voorbij schaamte en schuld.

#endthedrama

Geef je reactie!

Je reactie is niet openbaar en we delen niets op social media.

Verhalen met thema

Alle onderwerpen
  • Depressie

  • Relaties

  • Geld

  • Gezin

  • Justitie

  • Pesten

  • School

  • Seksualiteit

  • Verslaving

  • Vriendschap

  • Beperking

Nieuwsbrief

Invalid Input
Invalid Input
Invalid Input