Van de kaart geveegd

Een minderwaardigheidscomplex en faalangst, ongekend hoog! Elke keer gaan de gedachten weer door me heen dat ik het niet kan of dat ik stom ben. Ik ben een loser! Als ik tussen mensen loop dan denk ik dat niemand me mag en me uitlachen of naschreeuwen. Hetzelfde als wat vroeger ook is gebeurd op school. Ik voel me net zo ’n monster. Mensen om me heen zeggen dat het niet waar is, maar weet je hoe moeilijk het is om dat zelf te geloven? Veel mensen om me heen hebben een relatie, je ziet hoe gelukkig ze zijn. Voor mijn gevoel is dat niet voor mij weggelegd, want wat moet iemand nu met mij? Daarbij komt dat ik mezelf niet eens durf te laten zien, want ik stel toch niets voor…

Verhaal van Bas (35 jaar)


Ik ben geboren en opgegroeid in een liefdevol gezin en ik was altijd een vrolijk, enthousiast en ondernemend persoon. Ik stond overal positief in en een rothumeur kende ik niet! Ik kon met iedereen goed opschieten. Vroeger had ik veel vrienden en vriendinnen en sprak daar elke week en in de weekenden mee af. Een dag of heel weekend niets gedaan voelde voor mij als ‘niet compleet’. Ik was daarnaast ook erg gevoelig en sommige kinderen maakten daar misbruik van. Je kunt het misschien al wel raden, hoe ouder we werden, hoe meer we gingen puberen, hoe meer vat ze op me kregen als het om ‘iemand verdrietig maken’ gaat. Vanaf de middelbare school begonnen de problemen, de pesterijen begonnen toe te nemen en ik moest steeds meer klappen opvangen. Elke dag als ik naar school ging werd ik bang, want het pesten begon zich ook te uiten in lichamelijk geweld. Uiteindelijk raakte ik depressief en hebben mijn ouders me van die school afgehaald. 

Ik kon niet uitleggen aan de buitenwereld hoe ik me voelde, het ging zo snel dat ik me voor alles en iedereen geblokkeerd had. We hadden veel leuke dagjes uit en gingen een weekend met de kerk naar Oost Duitsland waar we bij gastgezinnen bleven slapen. Ik wilde ondanks alles toch mee. Je kunt je voorstellen dat we daar veel dingen in teamverband deden, maar ik durfde niet mee te doen. Toch heb ik het wel gedaan. Mijn faalangst was enorm en dat waar je bang voor bent gebeurt… tijdens een potje voetbal of korfbal sla je dicht en reageren de jongeren om me heen. ‘Wat is er? Waar zit je met je gedachten? Ik merkte dat ze wat kriebelig begonnen te reageren. Wat moesten ze van me denken? 

Sommige volwassen mensen merkten het, maar vooral de jongeren niet. Ik was een topper in het weten weg te stoppen van wat er in me omging. Ik praatte er niet over. Wel heb ik er thuis weleens over gepraat, en daar brak ik soms wel. Ook daar wisten ze toen nog langer niet alles! Wel wat er is gebeurd, maar hoe ik me voel, en wat ik van mezelf vind? Dit kwam later ter sprake. Er waren genoeg avonden en nachten dat ik lag te huilen in bed, in de hoop dat niemand me zou horen. Dit was voor mij de veiligste omgeving om me een beetje te kunnen ontladen.  

Toen ik naar de nieuwe school ben gegaan waar ik op advies van de huisarts me heb aangemeld, is er enorm veel voor me veranderd, in positieve zin. Ik begon te merken dat er jongeren waren die me wel mochten, en vooral in het begin was het voor mezelf erg moeilijk om dit te accepteren. Ik was depressief en was bang om nog meer kwijt te raken dan ik al kwijt was, en voor mijn gevoel mijn eigen schuld. Vooral de eerste weken was zwaar, ik stond met mijn ‘starre houding’ in de menigte en ook hier begon dat mensen op te vallen. Totdat er een gesprek kwam naar aanleiding van ‘een opmerking’ van een schoolgenoot waar ik in het verleden ook weleens mee omging. We kenden elkaar via-via. Ik begon te merken dat er op deze school een absolute no-go was tegen pesten. Bijna iedereen kon goed met elkaar opschieten, en ook in de klassen ben ik ondersteund door medeleerlingen en leraren. Het was er op school streng, maar absoluut rechtvaardig! Er werd écht alles op alles gezet om je het op school naar de zin te maken en ‘vrienden te maken’. Hoera! 

Ondanks dat het op de nieuwe school beter ging had het allemaal zijn tijd nodig. De negatieve gedachten brokkelden stukje bij stukje af en de depressiviteit was niet meer constant. Wel, het verwerken begon later pas. Ik kreeg thuis en op school spontaan huilbuien en ik was nog aan de antidepressiva. Ik werd op school door zowel leraren als klasgenoten / schoolgenoten ondersteund en sommigen sloegen een arm om me heen. Veel praten en tranen laten vallen helpt goed, heb ik toen ontdekt. Ik kreeg er vrienden bij en het ging later steeds beter. Ondertussen was ik al een hele tijd gestopt met antidepressiva en kon ik emotioneel weer op eigen benen staan. Ik heb twee jaar op deze school gezeten, maar helaas braken de examens aan en werd met een schoolfeest een mooie periode afgesloten. Er was toen nog geen social media, en ik woonde verder weg van school. Het was voor mij elke dag 24 kilometer fietsen. Ik had er erg veel moeite mee dat ik veel mensen niet meer terug zou zien. Zo gaat het, je komt bij elkaar en je gaat ook weer uit elkaar. De wegen scheiden na het allerlaatste schoolexamen op de school. Het laatste drankje is op en alle ouders staan op hun kinderen te wachten. 

Na de vakantie ben ik begonnen aan de ICT-opleiding. Natuurlijk ook erg spannend, hele andere school, andere mensen om me heen, zoals dat voor iedereen geldt natuurlijk. Wel had ik nog de periode met pesten in mijn achterhoofd. De eerste dagen op school verlopen goed. Je leert elkaar kennen, begint over koetjes en kalfjes te praten en natuurlijk ook over computers. Je hebt dezelfde interesses uiteraard. Na een paar weken begon me op te vallen dat mensen zich wat ‘opmerkelijk’ naar me begonnen te gedragen. Ik begon in de gaten te krijgen dat mensen me aankeken terwijl ze zaten te praten, anders gezegd: roddelen! Ik hield dat in mijn achterhoofd. Eerst dacht ik bij mezelf dat ik het me verbeeldde totdat ik stiekem tijdens de les fluisterend werd ‘begekt’ en ze propjes naar me toe gingen gooien. 

Daar waar het met geroddel en propjes gooien begon werd het alleen maar erger. Ik werd buitengesloten, uitgescholden, lastig gevallen tijdens mijn werkzaamheden en er gebeurden veel dingen via de computer en het internet. Opeens was ik weer dat wrak dat in een negatieve spiraal wegzakte. Je kunt je voorstellen dat iedereen in die tijd ging chatten, die tijd brak namelijk aan. Je had toen een website waar je een eigen profiel kon aanmaken, leuk opmaken en als je wat verstand had van websites maken, dan kon je het erg leuk en professioneel opzetten. De hele school zat erop en ik besluit me ook aan te melden. Vrienden van me en familie gingen er ook op, en zo begon het ‘overal bereikbaar zijn’. De pesters meldden zich ook aan, en ik werd keihard afgerekend omdat ik er ook opstond. Ik mocht er toch niet zijn?! Ondanks dat ik veel leuke contacten online had, en ook leuke meisjes waar je op die leeftijd je mee bezig houdt kon ik op een dag niet meer op MSN. Ik kon na drie dagen weer inloggen met als resultaat dat mijn hele contactpersonenlijst leeg was… Mijn profiel op die andere website en mijn MSN was gehackt. Op mijn contactwebsite stonden allerlei ‘minder leuke dingen’ op. 

Omdat MSN en andere contactsites overal beschikbaar waren ging het gepest privé verder. Ik was één van de weinigen die toen een eigen website had gebouwd, en natuurlijk wil je dat laten zien, maar het liefst niet aan de pesters. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als zij erachter komen. Dit kwam uit, op een vrijdagavond wilde ik naar mijn website, en deze was bezaaid met pornoplaatjes. Ze hebben er hoogte van gekregen van mensen die je dacht te kunnen vertrouwen. Ik begon weer depressief te raken, maar dit keer praatte ik er niet meer over. Ik wilde dit zelf oplossen… Na een tijd besluit ik met mijn mentor te gaan praten, maar dit heeft niet veel geholpen. Het werd alleen maar erger. 

Toen pas voelde ik hoe het was om je eenzaam te voelen en elke dag opnieuw klappen op te moeten vangen. Ik was ten einde raad, en ik voelde me nergens meer veilig. Naast het pesten werd ik ook genegeerd, iedereen ging na de les en tussen de middag pauzeren. Iedereen haastte zich uit het klaslokaal en ik liep alleen door de gangen en stond alleen in de aula of buiten. Daar werd ik zelfs nog begekt! Het is toch raar als je een wandelend, ondertussen al ernstig beschadigd ‘wrak’ ziet rondlopen of ergens ziet staan. Af en toe had ik van die momenten dat ik uit elkaar barstte, en dat is iets waar je als je zo enorm wordt gepest niets aan kunt doen. Zij krijgen er alleen maar meer lol in. Ook privé begon dit ernstig zijn rotte vruchten af te werpen… 

Van de kaart geveegd – als je denkt alles te hebben gehad… 

Het hoofdstuk pesten leek op een gegeven moment voorbij te zijn, ik zat in het laatste schooljaar en liep stage. Op een dag werd ik ontzettend duizelig en kreeg later het gevoel dat ik elke keer even van de wereld was. Ik was al op mijn stageplek en de klachten werden alleen maar erger. Het enige wat ik me later kon herinneren was dat ik in de ambulance lag en naar het ziekenhuis werd gebracht. Allerlei toeters en bellen om me heen en ambulancepersoneel dat me begon te ondervragen. Is dit een droom of werkelijkheid, dat was het eerste wat er in me omging. Aangekomen in het ziekenhuis besefte ik dat het ernstig was. Je hoort om je heen dat ze vermoeden dat het iets met mijn hart is of dat er iets in m ’n hoofd niet goed is. Je ligt aan de monitor, die schijnt op hol te zijn geslagen, en ze sluiten een andere aan. Mijn ouders waren inmiddels opgetrommeld, en zij stonden bij me aan bed, geschrokken en bang. Ik verloor mijn bewustzijn opnieuw en het personeel werd met spoed opgetrommeld. De hartmonitor had het achteraf toch goed. Ik kreeg meerdere zware aanvallen, lijkend op epilepsie. Kantje boord zeiden ze even later… 

Nadat ik weer was gestabiliseerd begonnen de onderzoeken, ik heb een tijd in het ziekenhuis gelegen en daar was de uitslag… Alle onderzoeken gaven de uitslag ‘epilepsie’… Hoe nu verder? hoe gaat mijn leven er nu uitzien? Word ik een kasplantje? Moet ik voortaan met zo ’n helm oplopen? De gedachte alleen al… vreselijk! Ik kreeg te horen dat het traumatische epilepsie is. Epileptische aanvallen als gevolg van trauma. ‘Ze hebben het voor elkaar!!! Vanaf het moment dat ik was ontslagen uit het ziekenhuis heb ik medicijnen meegekregen die ik meerdere keren per dag moest slikken, namelijk Depakine. Deze medicijnen zorgen ervoor dat ik behoorlijk dik werd en ontzettend sloom. Ik kreeg enorme eetlust waardoor ik op een avond gerust drie grote zakken chips naar binnen werkte. Ik mocht voor een lange tijd geen autorijden, bijna twee jaar, en veel van mijn vrienden raakte ik kwijt. Ik kon niets meer omdat mijn lichaam op was, maar ook door de dosering van de medicatie. Sinds die tijd tot aan nu ben ik onder invloed van medicatie. Gelukkig gaat het de laatste jaren stukken beter omdat ik medicatie heb waar ik nu goed op reageer.

Ik heb voordat ik ziek werd belijdenis gedaan voor de kerk waar ik toen bijzat. Het geloof was in mijn jeugd en iets oudere leeftijd een belangrijk ding, totdat ik al deze ellende over me heen kreeg. Want zeg nu zelf… waarin moet je geloven? Dankbaar zijn omdat je alles kwijt bent geraakt? Ik ben tegen alles wat met geloof en kerk te maken had tegenaan gaan schoppen. (in emotie en gedachten uit boosheid) Na een lange tijd wilde ik toch graag weer mijn leven stap voor stap oppakken met de mogelijkheden die ik nog had. Via allerlei hulpverleners ben ik bij een dagbesteding terecht gekomen waar ik toen computercursussen mocht gaan geven. Daarnaast werd samen met me gekeken of ik een opleiding met extra begeleiding kon gaan doen. Na een paar jaartjes dagbesteding heb ik de stap richting werk weer genomen. Ik ben met een opleiding begonnen, het vervolg van de eerdere opleiding waar ik mee bezig was. Tijdens deze opleiding kwamen de aanvallen (tijdelijk) weer terug, maar dit had ook met privé omstandigheden te maken. Tóch slaagde ik voor deze opleiding. 

Van de kaart geveegd – nu tegenwoordig… 

Een minderwaardigheidscomplex en faalangst, ongekend hoog! Elke keer gaan de gedachten weer door me heen dat ik het niet kan of dat ik stom ben. Ik ben een loser! Als ik tussen mensen loop dan denk ik dat niemand me mag en me uitlachen of naschreeuwen. Hetzelfde als wat vroeger ook is gebeurd op school. Ik voel me net zo ’n monster. Mensen om me heen zeggen dat het niet waar is, maar weet je hoe moeilijk het is om dat zelf te geloven? Veel mensen om me heen hebben een relatie, je ziet hoe gelukkig ze zijn. Voor mijn gevoel is dat niet voor mij weggelegd, want wat moet iemand nu met mij? Daarbij komt dat ik mezelf niet eens durf te laten zien, want ik stel toch niets voor… 

Op het moment ga ik nog naar therapie, en het gaat gelukkig stukken beter. Na een tijdje in gedachten door dezelfde ‘hel’ te zijn gegaan heeft me dit enorm geraakt, maar ik heb veel dingen een plaats kunnen geven. De afgelopen twee jaar waren opnieuw een erg moeilijke periode voor me, en deze is nog niet voorbij. Het is een tijd van opruimen, verwerken en proberen om weer verder te gaan met m ’n leven. Ik heb m ’n masker kunnen afzetten, maar daarachter schuilde altijd een ernstig beschadigd persoon die nu is te zien!  

Wil je meer over mij lezen? Kijk dan op mijn website www.basschrijft.nl

Geef je reactie!

Je reactie is niet openbaar en we delen niets op social media.

Verhalen met thema

Alle onderwerpen

Nieuwsbrief

Invalid Input
Invalid Input
Invalid Input