En daar sta je dan in je eentje, niemand meer om je heen

Mijn eerste herinneringen beginnen als ik ongeveer 3 jaar oud ben. Mijn vader-dader was een boze man. Altijd deed ik wel iets niet goed (geen idee wat dan). Altijd had hij wel een reden om boos op me te zijn. Tot het avond werd en hij naar mijn kamertje kwam.

Verhaal van Angélique van Deursen (49 jaar)


Hij kleedde me dan uit en zat met zijn vingers overal aan én in. Dat deed pijn en vond ik allesbehalve fijn. Maar hij noemde me zijn poppedijntje, zijn kleine blonde meisje. Lieve woordjes werden in mijn oor gefluisterd en ik weet nog dat me dat zo blij maakte, eindelijk vond hij me lief! Zo kwam het dat ik van de incest vader hield en niet de overdag vader, heel lang nog heb ik me daar ontzettend schuldig over gevoeld.

Dat verandert als ik naar de lagere school ga. Er zijn geen lieve woordjes meer. Ik word verkracht en daarbij zijn de woorden veranderd in dom, dik, gedrocht, duivelskind, geen enkel lief woordje meer voor mij, nooit meer zou later blijken. Het is een moeilijke tijd de lagereschooltijd. Ik word gepest, al vind ik dat zelf heel normaal, niemand vindt mij lief vertellen mijn ouders me elke dag. Mijn vader-dader bepaalt ook welke kleren ik aan mag. Waar mijn klasgenoten in leuke spijkerbroeken, shirtjes en gympen lopen, heb ik jurkjes met kant en ruches aan, witte sokken en degelijke sandalen. En dus word ik uitgelachen en tot overmaat van ramp heb ik ook nog een bril.

Thuis is het een hel, ik moet s ’morgens voor school en ook na school mee het huishouden doen. En niet op een normale manier, de wc en badkamer moet met een tandenborstel. De vloer op mijn knieën met een sponsje. Het is een aanslag op mijn lijf. Dan nog meestal verkracht worden in de nachten, alsof ik doormidden gescheurd word, mijn lijf is stijf en doet zo vaak pijn. Er zijn ook straffen zoals geen eten krijgen, ontbijt krijg ik sowieso nooit zodat ik vaak met honger op school zit. Ik word met regelmaat in een kast op de overloop opgesloten en dan heb ik het over uren, geen minuten, vreselijk vond ik het. Het was donker ik kreeg geen drinken en ik kon niets anders doen dan zitten en wachten. Ik werd geslagen en geschopt. Soms moest ik mee naar de schuur, waar hij me in de diepvrieskist gooide. Ik kan je zeggen kou kan heel erg pijn doen. Mijn moeder keek toe en zweeg, sterker nog als ik iets deed als mijn vader-dader niet thuis was dan belde ze hem op zijn werk. Wetende dat er die avond weer een vreselijke straf volgde, ze beschermde me niet, ze verraadde me. Van mijn 8de tot mijn 12de ben ik ook door mijn opa (zijn kant) misbruikt maar daar wil ik verder niet over praten.

Ik ga naar de MAVO, ik heb Havo, vwo-advies maar ik mag niet verder dan de kerk en deze is een straat verder! Ik moet nog steeds jurkjes aan en dat maakt het allemaal niet makkelijker. Ik krijg moeite met het tempo van huishouden doen, misbruikt worden en school. Meestal had ik 8-9 en tienen en dat werd minder. Ze kregen me op school in het vizier en er volgde gesprekken met mijn mentor en later ook de directeur. Op mijn 15de loop ik voor het eerst weg en daar begint mijn lijdensweg. Ik krijg een voogd en moet van hem terug naar huis. In het opvanggezin ben ik met ernstige buikpijn op de EHBO beland, de arts daar vermoedde seksueel misbruik, wat uiteraard aan jeugdzorg is doorgegeven. Eenmaal thuis, ja ik moest toch terug regelde de voogd een onderzoek in het ziekenhuis, van mijn hoofd een EEG. Ja je hoort het goed, uiteraard mankeerde ik niets aan mijn hoofd, daar werd ik niet misbruikt. Niets aan de hand was de conclusie van mijn voogd. Een half jaar later loop ik weer weg en kom in een opvangcentrum voor tieners. Ik heb niets een tas met schoolboeken. De voogd weigert mij kleren te sturen ik moet maar naar huis komen. Na 3 maanden doe ik dat maar ten einde raad. Soms hebben we een gesprek mijn ouder-daders de voogd en ik. Dan zitten mijn ouders erbij als hij vraagt hoe gaat het. Ik antwoord dan uiteraard goed terwijl ik de pijn nog voel van de nacht ervoor dat ik verkracht ben en de blauwe plek op mijn arm niet zichtbaar is.

Een jaar later gaat het alsnog goed mis en kom ik in een internaat terecht, ik heb daar best een fijne tijd maar leer niets over het leven, hoe word je zelfstandig en ze stimuleerde contact met de ouders. Toen ik daar weg moest, op de dag dat ik 19 werd stond ik op straat met een koffer met kleren en dat was het dan. Ik kon geen kant op toen mijn ouders voor mij een flatje regelden. De angst was ook veel te groot. En zo hadden ze al heel snel weer macht over mij. Ik werd weer gewoon misbruikt en vernederd ook al woonde ik op mezelf. Ze hadden een sleutel en kwamen en gingen wanneer ze wilde. Ik had inmiddels werk maar op alle vrije dagen moet ik naar mijn ouders. Op mijn 25e maakt mijn vader-dader de fout mijn gezicht open te snijden en dan komt het uit. Ik doe aangifte maar de zaak wordt geseponeerd, volgens de officier van justitie omdat hij het een emotioneel te zware zaak vond.

En daar sta je dan in je eentje, niemand meer om je heen, de familie had me al lang laten vallen, broers of zussen had ik niet, vrienden ook niet. Ik ging naar het GGZ maar echt veel hielp het niet. Na 25 jaar zwijgen moest ik ook hier zwijgen. Erover praten was niet goed ik moest eerst stabiel worden. En was ik dan redelijk stabiel dan mocht ik niet praten omdat dan alles overhoop zou worden gehaald. Ik kreeg groepstherapie, wat niet echt bij me paste en praten mocht ook daar niet. Ik liep keer op keer vast en niemand die me kon helpen, zo eenzaam heb ik me gevoeld. Ik kreeg de diagnoses chronische complexe PTSS, dissociatieve fugue stoornis en een sociale fobie.  Er werd ook heel erg de nadruk gelegd op wat mijn beperkingen zijn, wat ik niet kan. Om toch te “praten” schrijf ik een boek wat nog een succes geworden is ook nog, nog steeds verbijsterd daarover.

En dan kom ik mensen en hulpverleners tegen die uitgaan van mijn kracht van wat ik wél kan! Een eye opener van jewelste. Ik ga voorzichtig vrijwilligerswerk doen, beetje weer meedoen in de maatschappij na een jarenlang isolement. Dan gooi ik de boel drastisch om en gooi hulpverlener, huisarts en tandarts de deur uit en zoek mensen om me heen die bij me passen. En de grootste verandering voor mij ik krijg PTSS-hulphond Dirk een koningspoedel. Met hem samenga ik de wereld weer verkennen. En nu? Ik ga er elke dag op uit met Dirk, hij is ook altijd bij me waar ik ook heen ga. Ik doe volop vrijwilligerswerk in mijn wijk en mijn kring wordt steeds groter. En ik geef inmiddels lezingen in het land als ervaringsdeskundige. En belangrijker nog ik geniet!

Mijn boodschap: Praat erover zoek iemand die je vertrouwt. En zoek de hulpverleners en zorgverleners waar jij je prettig bij voelt. We hebben vrije keuze in Nederland, gebruik deze ook. Loopt de relatie met je hulp of zorgverlener stroef, kom je niet vooruit? Blijf niet hangen en zoek verder tot je mensen om je heen hebt die je vertrouwt en die bij jouw passen!

Dit verhaal is een verhaal van Angélique van Deursen, 49 jaar.

Geef je reactie!

Je reactie is niet openbaar en we delen niets op social media.

Verhalen met thema

Alle onderwerpen

Nieuwsbrief

Invalid Input
Invalid Input
Invalid Input